Categorieën
Korte verhalen

GOED POST?

Lucker van nummer 4 ruimt op. Verdomd mooie boeken. Met een Heeresma, Auster en Sontag biografie onder mijn arm loop ik mijn stapel post weg. Op 14 hangt een Te Koop bord. Bijna een miljoen. De kelder is erbij getrokken. Zat eerst een fietsenmaker. Meneer Boukhmeri. Hij sprak geen woord Nederlands. Nu ja, drie: ‘goed post’ (als in: alles goed met de postbode?). En ’thee’ (wil je een kopje thee?).Meneer Boukhmeri bezat – afgezien van een tjokvolle werkplaats onder straatniveau met veelal tweedehands onderdelen – weinig maar op een dag dat ik weer eens de keldertrap was afgedaald en we zwijgend onze thee zaten koud te blazen, bood hij me ook de helft van zijn lunch aan, een viertal croissants.

In zijn kelder heerste een prachtige chaos van gereedschappen, onderdelen, affiches en kisten. Een ochtend zat ik weer eens naast hem te blazen en kijken toen hij me met veel handgebaren vertelde dat hij een tweedehands fiets had verkocht voor €9,95. Ik had een opmerking over zijn bril gemaakt. Die had hij buiten nooit op maar nu, hij was iets aan het repareren, wel. Hij maakte duidelijk dat hij die ook op had moeten zetten toen hij die fiets afrekende want dan had hij waarschijnlijk wél gezien dat hij geen €99,95 op zijn PIN apparaat had ingetoetst. Met een pijnlijke glimlach schudde hij van nee toen ik vroeg of de klant nog was teruggekeerd.

Dat was dus in de kelder van nummer 14, die nu bij het appartement is getrokken, van bijna een miljoen. Meneer Boukhmeri zocht nog wel naar werkplaatsen in de buurt, en ik met hem, maar hoe hard hij ook zocht, in deze tijd en met zijn nering was het een kansloze exercitie. Dus zo verdween de buurman van mevrouw Lucker die haar boeken wegdoet en verloor de straat de enige middenstand die er zat. Ik drink mijn thee sindsdien uit mijn thermosfles en alleen op een traptrede of bankje.

Categorieën
Korte verhalen

BOCHTEN VAN 90°

Als je haar ziet lopen, zou je het kunnen vermoeden. Niet vanwege haar kleding, die is alledaags. Hooguit ouderwets. Ook niet vanwege de boodschappentas. Niet de woorden die zij er in een monoloog uitgooit, want ze zwijgt. Ook niet de blikken naar omstanders want behalve naar een enkele etalage kijkt ze naar de stoeptegels alsof ze deze leest. Wat het hem doet, is haar loopje.

In het stadse rumoer en choreografische chaos is haar loopje een route volgens een strak lijnenpatroon. Het zou de aandacht van omstanders kunnen trekken, dat dribbelpasje. Iedere keer als ik haar in mijn wijk zie, bekijk ik het met belangstelling. Soms stokt haar pas en dan kijkt ze even naar boven. Haar hoofd rust dan in haar nek als een geknakt boomtopje, ogen staren naar boven. Armen hangen levenloos langs haar lichaam, iets naar achteren. Heupen ronden zich voorwaarts. Waar ze aan denkt? Eenvoudige zaken. Of nee, ogenschijnlijk eenvoudige zaken. Iets wat u en ik ‘praktische dingen’ zouden noemen, vermoed ik. Dingen die u en ik opzij duwen omdat oplossen meer energie vergt dan wegzetten of er overheen stappen. Hooguit zijn wij er kort over geïrriteerd. Maar voor haar is er wel degelijk sprake van een probleem. Zoals het boodschappenlijstje dat zij vandaag vergeten is.

Volgens exact dezelfde route keert ze terug naar haar woning. Waren de stoeptegels grasland geweest dan had er van haar voordeur tot aan de supermarkt een kaalgedribbeld paadje gelegen. U en ik hadden het hoogstwaarschijnlijk mooi zonder lijstje gesteld. Als dat zo is, dan mag u zich gelukkig prijzen. In haar universum is dit onmogelijk. Lijstjes, afspraken, vastgestelde locaties, geometrische patronen, houden haar in leven. Dankzij orde weet zij te overleven.

FERRY WIERINGA