Een internationale treinreis boeken, lukt me wel maar waar moet ik slapen?

Na een dag dwalen langs stedelijke indrukken wil ik thuiskomen in een rustige kamer, een kalme straat, een lommerrijke wijk. Geen loeiende sirenes over brede boulevards, geen raam dat niet open kan omdat de 7 airconditioning motoren van het naburige hotel een krans eromheen vormen, geen kamer boven een terras.

Stuur me er ter plekke gerust voor op uit, een ander verhaal wordt het als dit zes weken vóór afreizen, op 431 kilometer noordwaarts vanachter een beeldscherm moet gebeuren. Geen doen.

Althans, bijna.

Ik besloot mijn herinnering te raadplegen. Ik zocht naar oude wandelingen door wijken waar ik vrijwel op elke straathoek een huis, atelier of villa vond waar ik had willen wonen. Vanwege de sfeer, de architectuur, de grote ramen, de tuin vol verborgen nissen en fonteinen, de rust. Ik kon mijn zoektocht naar logies zo beperken tot prijskaartje én arrondissement.

Ik vond een huisje met twee kamers net buiten de ring in een buurt waar je door de aangroei heen het oude dorp nog herkent. Het plein, Le Mairie, het beeld voor de oorlogsslachtoffers, de kerk, de bakker en buurtkroeg. Bij het huis is een tuin en de klink van de deur die ik opende, verwelkomt al vele decennia en generaties handen van diverse pluimage.

Toen ik vanmiddag in de tuin zat te schrijven, zag ik tussen de naaldbomen en hazelaars door het flatgebouw dat hier ook staat. En daarachter een hoog kantoor. Terwijl uit een belendende tuin zacht een gesprek klonk. Ik bedacht dat ik die avond achter dat beeldscherm óók aan 37, rue Boileau (XVIe) had gedacht. Daar stond de villa waar in 1973 rechter Philippe, tv producent Michel, piloot Marcello en chef-kok Ugo samenkomen voor hun laatste maaltijd. Zoiets zocht ik.

Die toegangspoort lag aan een straat waar de moderne flats en complexen reeds waren verrezen maar als de oude huismeester Hector, met herdershond, het hek opent, reden zij de oprijlaan in en een stolp onder. De stad was opgerukt, had bossen, weides en vergezichten ingenomen, maar Hector hoefde het slot maar om het hek te leggen of de stolp werd weer over de oude villa én het leven van de vier vrienden geplaatst. Daar echter wel zo hermetisch dat alle lucht eronder verdween en zij hier hun laatste adem uit stootten.

Enige frisse lucht is mij wél welkom.

FERRY WIERINGA

Categorieën: Korte verhalen

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *